Tijdens de strip voor grondbewerking of het planten, registreert de op het werktuig gemonteerde StarFire-ontvanger de exacte locatie van elke gewasrij. Deze gegevens worden automatisch in het John Deere Operations Center bewaard en wordt door AutoPath herbruikt om nauwkeurige geleidelijnen te maken voor elke gewasrij die door andere operaties kan worden gebruikt tijdens de rest van het seizoen. Deze geleidingslijnen omvatten buitenbegrenzingen, binnenbegrenzingen, kopakkers en gewasrijen.
Als u werktuigen van verschillende breedtes gebruikt voor het planten, mesten, sproeien en/of oogsten, zorgt AutoPath ervoor dat de banden bij alle toekomstige operaties altijd de geplante rijen zullen volgen. Zo plant u op accurate wijze in de strip voor grondbewerking om de opbrengst te maximaliseren. Bij de oogst wordt de machine geleid naar het correcte startpunt waarbij de geleidelijnen automatisch worden berekend in functie van de breedte van het voorzetstuk. Ook het oogsten van liggende gewassen is gemakkelijker omdat de machine exact weet waar de rijen liggen.
