Voor de nieuwe 5R hebben we premium kenmerken samengenomen die eerder alleen beschikbaar waren bij veel grotere modellen. En we hebben ze verpakt in één ongelooflijk wendbare trekker met de kracht om bergen te verzetten – en om uw bedrijf een boost te geven richting meer productiviteit.
Geleide systemen van John Deere bieden veel voordelen voor de bestuurder, waaronder een optimale machine-efficiëntie, minder vermoeidheid en de mogelijkheid om bij hogere snelheden te werken.
AutoTrac is een geassisteerd automatisch stuursysteem dat de machine automatisch door het veld stuurt.
AutoTrac is een geautomatiseerd stuursysteem voor gebruik bij snelheden tussen 0,5 km/u en 30 km/u.
Voordelen:
De tractor controllers verwerken signalen van het plaatsbepalingssysteem (DGPS) van de StarFire™ ontvanger, de wielhoeksensor en een stuurwielpositiesensor. Het gebruikt deze signalen om de trekker via de elektrohydraulische stuurklep te sturen. De stuurwielpositiesensor detecteert kleine bewegingen van het stuurwiel. Als de bestuurder een handmatige stuurbeweging uitvoert of zijn stoel verlaat, wordt het systeem uitgeschakeld. Druk op de schakelaar voor automatisch hervatten om het automatisch stuursysteem weer in te schakelen.
De 5R-tractoren kunnen vanuit de fabriek standaard gereed zijn voor AutoTrac:
AutoTrac Complete is een volledig werkend, af-fabriek AutoTrac-pakket.
De 5R-tractoren kunnen vanuit de fabriek gereed zijn voor AutoTrac Complete:
OPMERKING: Bekijk de AMS-productinformatie voor meer informatie over extra schermen, ontvangers en AMS-producten.
OPMERKING: Voor gebruik van AutoTrac zijn een GreenStar scherm en een StarFire-ontvanger vereist.
Gebruikers van compacttractoren werken vaak in een uitdagende omgeving zoals in en nabij schuren, op weiden en op plaatsen met vee. Goede wendbaarheid is een prioriteit omdat er vaak maar weinig ruimte is. Dankzij het middenframe uit één stuk en het gebogen chassis is de wielbasis van de 5R 50 mm (3,9 in.) kleiner dan die van de Stage IIIB (iT4) 5M-tractoren.
De kortere wielbasis van slechts 2250 mm (88,5 in.) levert de beste stuurprestaties in de klasse op, met een bochtstraal van 7,5 m (24,6 ft) zonder het gebruik van stuurremmen. Deze berekening is gebaseerd op gebruik van 340/85R24 (13.6R24) voorbanden met een bochtstraal van 58 graden en asuitwijking van 10 graden.
De CommandQuad-transmissie breidt de bewezen betrouwbaarheid van de PowrReverser™-transmissie uit met een transmissie met vier schakelgroepen en vier versnellingen voor groter comfort van de gebruiker en grotere productiviteit via geheel elektronisch bekrachtigd schakelen tussen bereiken en versnellingen. De handmatige CommandQuad maakt gebruik van dezelfde robuuste eindaandrijvingen en achteras en hetzelfde differentieel als de 5M PowrReverser-transmissies die zich al uitstekend bewezen hebben. De handmatige CommandQuad maakt geen gebruik van mechanische synchronisators, maar van powershift-koppelingen. En de rails voor de groepschakeling worden niet met een mechanische hefboom maar door elektrohydraulische cilinders versteld. Dat levert uitstekend gebruiksgemak en een efficiëntere werking op.
De CommandQuad-transmissie is uitgerust met 16 versnellingen vooruit en 16 achteruit (16F/16R), een rijrichtingsbediening links en vier powershift-versnellingen in vier bekrachtigde gesynchroniseerde schakelgroepen. De handmatige CommandQuad-transmissie heeft tevens een open-center (OC) hydraulisch systeem op de basismodellen, met mogelijkheid tot optionele installatie van een Pressure and Flow Compensating (PFC) hydraulisch systeem in de fabriek. De basisuitvoering van de handmatige CommandQuad werkt bij snelheden van slechts 1,9 km/u (1,18 mph) met achterbanden met groep 44 afrolomtrek (RCI), en met rijsnelheden tot maximaal 40 km/u (25 mph).
Voor gebruik bij nog lagere snelheden kan een kruipfunctie als fabrieksoptie worden geïnstalleerd (hiervoor is PFC-hydrauliek vereist).
Tabel rijsnelheden handmatige CommandQuad
Bedieningselementen voor schakelgroep/versnelling
Er is één bedieningshendel (die lijkt op de hendel die op de DirectDrive-transmissie op de 6R en CommandQuad-transmissie op de 7R wordt gebruikt), met een ergonomisch ontworpen en intuïtieve gebruikersinterface. Deze hendel wordt gebruikt voor bekrachtigde selectie van de schakelgroep en versnelling. Deze basistransmissie werkt ongeveer net zo als de optionele Command8™-transmissie, maar heeft geen automatische schakelfuncties.
Nadat de tractor is gestart, kiest de bestuurder een schakelgroep door op een van de van letters voorziene groepknoppen op het bedieningspaneel rechts te drukken. De bestuurder kan kiezen uit vijf verschillende opties: A, B, C en twee meergroepsmodi (BCD en CD). Bij keuze van een schakelgroep met één letter kan er binnen een bepaald bereik tussen versnellingen geschakeld worden. Bij keuze van een schakelgroep met meerdere letters kan de bestuurder overschakelen op de aangegeven groepen door tegen de hendel te duwen.
De versnelling binnen de groep kan worden geselecteerd door een duwtje tegen de transmissieregelhendel, waardoor elektronisch naar een andere versnelling wordt geschakeld. Na het instellen van de gewenste handklepstand kan de bestuurder de rijrichtingsbediening links in vooruit of achteruit zetten om te gaan rijden. De bestuurder kan, indien nodig, binnen het (de) geselecteerde bereik(en) tussen de versnellingen omhoog of omlaag schakelen.
De bestuurder kan zonder te koppelen door de versnellingen en groepen schakelen door de bedieningshendel naar voren te bewegen in de richting van de + indicator, of naar achteren in de richting van de - indicator. Telkens als er tegen de bedieningshendel wordt geduwd, verandert de versnelling één stap. Als u de bedieningshendel in een van beide richtingen vasthoudt, doorloopt u de opeenvolgende versnellingen binnen het schakelbereik sneller.
In meergroepsmodus schakelt u door een dubbel duwtje tegen de bedieningshendel eenvoudig over op de volgende schakelgroep omhoog of omlaag.
Rijrichtingshendel links
De elektronische rijrichtingsbediening links is standaard op alle handmatige CommandQuad-transmissies en voorziet in de modulatie van neutraal naar versnelling, waardoor bij elke snelheid snel, gemakkelijk en soepel vooruit en achteruit kan worden geschakeld. De rijrichtingsbediening wordt ingeschakeld door de hendel uit de parkeer- of neutrale stand naar vooruit of achteruit te brengen. Ook de parkeervergrendeling wordt elektronisch bediend via de rijrichtingsbediening links.
De rijrichtingsbediening links is een ideale voorziening voor ladertractoren. De bestuurder kan met de linkerhand gemakkelijk de rijrichting van de tractor regelen en ondertussen met de rechterhand de lader-joystick bedienen en de snelheid regelen.
AutoClutch
Met de AutoClutch-functie, standaard op alle 5R-tractoren, hoeft de bestuurder niet meer de traditionele koppeling te gebruiken om het stoppen en weer op gang komen van de tractor te regelen. Er zit nog steeds een traditioneel koppelingspedaal op de tractor voor bestuurders die er de voorkeur aan geven zelf de koppeling te bedienen. De AutoClutch-functie biedt optimaal gebruiksgemak bij het stoppen, starten en regelen van het optrekken de tractor, uitsluitend met behulp van het rempedaal.
Met de AutoClutch-functie kan de bestuurder de tractor geheel tot stilstand brengen zonder te koppelen, terwijl de motor niet overbelast raakt. Hij biedt ook de mogelijkheid om zowel op horizontaal terrein als op een helling zeer langzaam met de tractor voor- of achteruit te rijden (te kruipen). En hij biedt de mogelijkheid om het voertuig weer op normale snelheid te laten komen wanneer het rempedaal wordt losgelaten.
De bestuurder kan de gevoeligheid van het AutoClutch-systeem instellen op het hoekstijldisplay. Er zijn drie modi beschikbaar:
Lage gevoeligheid wordt meestal gebruikt tijdens transport als er een werktuig wordt getrokken.
Speed Matching
Bij het schakelen tussen schakelgroepen in een modus met meerdere groepen (BCD, CD) schakelt de transmissie naar de versnelling die het best overeenstemt met de versnelling in de schakelgroep waaruit de bestuurder overschakelt. Dit vergroot het comfort van de bestuurder doordat de overstap op de nieuwe schakelgroep soepeler verloopt. Er zijn twee vormen van Speed Matching: passief en actief.
Als u bij passieve Speed Matching overschakelt op een nieuwe schakelgroep, schakelt de tractor over op een geselecteerde vaste versnelling in de nieuwe schakelgroep, gebaseerd op de overbrengingsverhoudingen. Als u bijvoorbeeld van C4 overschakelt op schakelgroep D, schakelt de transmissie niet over op D4 zoals een mechanische transmissie zou doen, maar schakelt hij over op een vooringestelde versnelling binnen groep D. Dit is de beste benadering van de overbrengingsverhouding die de bestuurder tot dan toe heeft gebruikt.
Bij actieve Speed Matching wordt omhoog of omlaag geschakeld op basis van de wielsnelheid tijdens het overschakelen op een andere schakelgroep. Dat beperkt de acceleratie of deceleratie tot een minimum wanneer de koppeling weer wordt ingekoppeld na overschakelen op een andere schakelgroep, en zorgt voor een consistentere rijsnelheid, wat het comfort van de bestuurder vergroot.
PowrReverser modulatie
Net zoals de 5M-tractoren, die een regelknop voor PowrReverser-modulatie hebben waarmee de respons bij richtingswijziging wordt geregeld, hebben ook alle 5R-tractoren PowrReverser-modulatie. In dit geval is er geen fysieke knop, maar kan de respons via het hoekstijldisplay worden ingesteld. De waarden voor instelling zijn 1 t/m 10, waarbij 1 de minst agressieve richtingswijziging is en 10 de meest agressieve. Stand 10 wordt veel toegepast bij gebruik van een laadbak, waarbij snellere richtingsverandering aanvaardbaar en grotere productiviteit gewenst is. Minder agressieve modulatie-instellingen zijn ideaal als de richtingsverandering soepeler moet verlopen, zoals bij het stapelen van balen of het gebruik van een palletvork.
Selectie beginversnelling
Starten in 1e versnelling voor elke schakelgroep zal een negatieve invloed op de productiviteit hebben. Om voor vele toepassingen de schakelinspanning van de bestuurder tot een minimum te beperken, kan de bestuurder beginversnellingen programmeren bij gebruik in de enkele modus of twee meergroepsmodi.
In schakelbereik CD kan op het hoekstijldisplay elke versnelling tussen C1 en D1 als beginversnelling geprogrammeerd worden. In schakelbereik BCD kan elke versnelling tussen B1 en D1 als beginversnelling geprogrammeerd worden. Een voorbeeld: een bestuurder stelt B4 in als beginversnelling voor schakelbereik BCD. De tractor begint automatisch in versnelling B4 telkens als de bestuurder de BCD-modus selecteert door op de knop voor die schakelgroep te drukken. De bestuurder kan vervolgens natuurlijk schakelen naar elke schakelgroep en elke versnelling tussen B1 en D4, maar het beginpunt is de versnelling die de bestuurder geprogrammeerd heeft. Dat betekent minder schakelen en grotere productiviteit.
Binnen de vaste bereiken (A, B, C) kan de bestuurder een verschillende beginversnelling kiezen in elk bereik via het display op de hoekstijl volgens dezelfde procedure als die van de multibereikknop.
Pedaalvergrendeling
Ongeveer zoals bij de cruisecontrol in een auto, kan de bestuurder met behulp van de pedaalvergrendeling een constante rijsnelheid instellen. De schakelaar voor pedaalvergrendeling bevindt zich op de gasregeling rechts. Om deze functie te kunnen gebruiken moet het handgas op de stand voor laag gas staan. Gebruik het pedaal om de gewenste rijsnelheid van de tractor te verkrijgen en druk dan op de knop om de pedaalvergrendeling in te schakelen. De tractor behoudt nu de geselecteerde rijsnelheid, ook als u uw voet van het gaspedaal neemt. U kunt de functie uitschakelen door de rempedalen in te drukken of door de linker rijrichtingsbediening op neutraal of parkeren te zetten.
Onafhankelijk programmeerbare vooruit-/achteruitverhouding
Deze functie is handig bij cyclisch gebruik zoals laadwerkzaamheden waarin de bestuurder de rijsnelheid vooruit wil regelen in verhouding tot de rijsnelheid achteruit.
In de handmatige modus selecteert de tractor automatisch de versnelling die het dichtst bij de door de bestuurder gewenste verhouding ligt. In de automatische modus past de tractor de ingestelde snelheid in de andere richting aan. De verhouding kan op het hoekstijldisplay worden ingesteld tot maximaal 100 procent sneller dan de snelheid vooruit, of maximaal 80 procent langzamer dan de snelheid vooruit. De verhouding wordt ingesteld in stappen van 20 procent (rijsnelheid vooruit x 0,20, 0,40, 0,60, 0,80, 1,00, 1,20, 1,40, 1,60, 1,80, 2,00).
Een andere selectie is de onafhankelijke instelling: in deze modus onthoudt de tractor de laatste instelling van de vooruit- en achteruitversnelling. Nadat de versnelling handmatig wordt gewijzigd in achteruit, keert de versnelling bij het wisselen van rijrichting automatisch terug naar de laatste versnelling. Als de versnelling niet handmatig wordt gewijzigd in achteruit, blijven de vooruitversnelling en achteruitversnelling dezelfde bij het wisselen van de rijrichting.
De maximale rijsnelheid vooruit is 40 km/u (25 mph) en de maximale rijsnelheid achteruit is 30 km/u (18,6 mph).
De Command8-transmissie breidt de bewezen betrouwbaarheid van de PowrReverser™-transmissie uit met een transmissie met vier schakelgroepen en acht versnellingen voor groter comfort van de gebruiker en grotere productiviteit via geheel elektronisch schakelen tussen bereiken en versnellingen, en automatische schakelfuncties. De Command8 maakt gebruik van dezelfde eindaandrijvingen en achteras en hetzelfde differentieel als de 5M PowrReverser-transmissies die zich al uitstekend bewezen hebben. De Command8 heeft echter geen mechanische synchronisators maar powershift-koppelingen. En de rails voor de groepschakeling worden niet met een mechanische hefboom maar door elektrohydraulische cilinders versteld. Dat levert uitstekend gebruiksgemak en een efficiëntere werking op.
De Command8-transmissie is uitgerust met 32 versnellingen vooruit en 16 achteruit (32F/16R), een rijrichtingsbediening links en acht powershift-versnellingen in vier volledig gesynchroniseerde schakelgroepen. De Command8-transmissie heeft tevens een Pressure and Flow Compensating (PFC) hydraulisch systeem als basisuitvoering. De Command8 werkt bij snelheden van slechts 1,9 km/h (1,18 mph) met achterbanden met groep 44 afrolomtrek (RCI), en met rijsnelheden tot maximaal 40 km/h (25 mph).
Voor gebruik bij nog lagere snelheden kan een kruipfunctie als fabrieksoptie worden geïnstalleerd (hiervoor is PFC-hydrauliek vereist).
Tabel rijsnelheden voor Command8
Tabel kruipsnelheden voor Command8
Er is één bedieningshendel (die lijkt op de hendel die op de DirectDrive-transmissie op de 6R en CommandQuad™-transmissie op de 7R wordt gebruikt), met een ergonomisch ontworpen en intuïtieve gebruikersinterface. Deze hendel wordt gebruikt voor handmatige selectie van de schakelgroep en versnelling in de stand naar links. In de stand naar rechts vindt de selectie automatisch plaats. Het duimwieltje wordt gebruikt om in de automatische stand de gewenste rijsnelheid te selecteren.
Nadat de tractor is gestart, kiest de bestuurder een schakelgroep door op een van de van een letter voorziene groepknoppen op het bedieningspaneel rechts te drukken. De bestuurder kan kiezen uit vijf verschillende opties: A, B, C en twee meergroepsmodi (BCD en CD). Bij keuze van een schakelgroep met één letter kan er binnen een bepaald bereik tussen versnellingen geschakeld worden. Bij keuze van een schakelgroep met meerdere letters kan de bestuurder overschakelen op de aangegeven groepen door tegen de hefboom te duwen.
De versnelling binnen de groep kan worden geselecteerd door een duwtje tegen de transmissieregelhendel, waardoor elektronisch naar een andere versnelling wordt geschakeld. Na het instellen van de gewenste gasklepstand kan de bestuurder de rijrichtingsbediening links in vooruit of achteruit zetten om te gaan rijden. De bestuurder kan, indien nodig, binnen het (de) geselecteerde bereik(en) tussen de versnellingen omhoog of omlaag schakelen.
De elektronische rijrichtingsbediening links is standaard op alle Command8-transmissies en voorziet in de modulatie van neutraal naar versnelling, waardoor bij elke snelheid snel, gemakkelijk en soepel vooruit en achteruit kan worden geschakeld. De rijrichtingsbediening wordt ingeschakeld door de hendel uit de parkeer- of neutrale stand naar vooruit of achteruit te brengen. Ook de parkeerrem wordt elektronisch bediend via de rijrichtingsbediening links.
De rijrichtingsbediening links is een ideale voorziening voor ladertractoren. De bestuurder kan met de linkerhand gemakkelijk de rijrichting van de tractor regelen en ondertussen met de rechterhand de lader-joystick bedienen en de snelheid regelen.
De Command8 biedt twee verschillende manieren om de schakelgroep en snelheid te selecteren. In handmatige modus kan de bestuurder zonder te koppelen door de versnellingen en groepen schakelen door de bedieningshendel naar voren te bewegen in de richting van de + indicator, of naar achteren in de richting van de - indicator. Telkens als er tegen de bedieningshendel wordt geduwd, verandert de versnelling één stap. Als u de bedieningshendel in een van beide richtingen vasthoudt, loopt de transmissie sneller door de versnellingen binnen het schakelbereik.
In meergroepsmodus schakelt u door een dubbel duwtje tegen de bedieningshendel eenvoudig over op de volgende schakelgroep.
Afhankelijk van de belasting worden in de AUTO-modus de motor en transmissie geoptimaliseerd door de juiste versnelling en het juiste toerental voor de specifieke last te selecteren en wordt daarmee ook het brandstofrendement geoptimaliseerd. De bestuurder hoeft alleen de beoogde rijsnelheid in te stellen met het wieltje. Nadat de bestuurder de gewenste rijsnelheid heeft ingesteld, zorgt de tractor dat die rijsnelheid wordt aangehouden.
Nadat de bestuurder met de transmissiehendel de automatische modus heeft geselecteerd, worden de volgende items weergegeven op het hoekstijldisplay: automatische activering, huidige rijsnelheid, gewenste rijsnelheid, richting, schakelgroep en versnelling. Als de bestuurder de AUTO modus heeft geselecteerd met de transmissiehendel, kan de bestuurder de schakelpunten van de transmissie instellen op het hoekstijldisplay.
Met de AutoClutch-functie, standaard op alle 5R-tractoren, hoeft de bestuurder niet meer de koppeling te gebruiken om het remmen en weer inschakelen van de tractor te regelen. Er zit nog steeds een koppelingspedaal op de tractor voor bestuurders die er de voorkeur aan geven zelf de koppeling te bedienen. Dit levert onovertroffen gebruiksgemak.
Met de AutoClutch-functie kan de bestuurder de tractor geheel tot stilstand brengen zonder te koppelen, terwijl de motor niet overbelast raakt. Hij biedt ook de mogelijkheid om zowel op horizontaal terrein als op een helling zeer langzaam met de tractor voor- of achteruit te rijden (te kruipen). En hij biedt de mogelijkheid om het voertuig weer op normale snelheid te laten komen wanneer het rempedaal wordt losgelaten.
De bestuurder kan de gevoeligheid van het AutoClutch-systeem instellen op het hoekstijldisplay. Er zijn drie modi beschikbaar:
Lage gevoeligheid wordt meestal gebruikt tijdens transport als er een werktuig wordt getrokken. De lage gevoeligheid zorgt dat de tractor en het werktuig uiteen worden getrokken voor een betere tractieregeling.
Bij het schakelen tussen schakelgroepen in een modus met meerdere groepen (BCD, CD) schakelt de transmissie naar de versnelling die het best overeenstemt met de versnelling in de schakelgroep waaruit de bestuurder overschakelt. Dit vergroot het comfort van de bestuurder doordat de overstap op de nieuwe schakelgroep soepeler verloopt. Er zijn twee vormen van Speed Matching: passief en actief.
Als u bij passieve Speed Matching overschakelt op een nieuwe schakelgroep, schakelt de tractor over op een geselecteerde vaste versnelling in de nieuwe schakelgroep, gebaseerd op de overbrengingsverhoudingen. Als u bijvoorbeeld van C8 overschakelt op schakelgroep D, schakelt de transmissie niet over op D8 zoals een mechanische transmissie zou doen, maar schakelt hij over op een vooringestelde schakelgroep en versnelling, namelijk D2. Dit is de beste benadering van de overbrengingsverhouding die de bestuurder tot dan toe heeft gebruikt.
Bij actieve Speed Matching wordt omhoog of omlaag geschakeld op basis van de wielsnelheid tijdens het overschakelen op een andere schakelgroep. Dat beperkt de acceleratie of deceleratie tot een minimum wanneer de koppeling weer wordt ingekoppeld na overschakelen op een andere schakelgroep, en zorgt voor een consistentere rijsnelheid, wat het comfort van de bestuurder vergroot.
Net zoals de 5M-tractoren, die een regelknop voor PowrReverser-modulatie hebben waarmee de respons bij richtingswijziging wordt geregeld, hebben ook alle 5R-tractoren PowrReverser-modulatie. In dit geval is er geen fysieke knop, maar kan de respons via het hoekstijldisplay worden ingesteld. De waarden voor instelling zijn 1 t/m 10, waarbij 1 de minst agressieve richtingswijziging is en 10 de meest agressieve. Stand 10 wordt veel toegepast bij gebruik van een laadbak, waarbij snellere richtingsverandering aanvaardbaar en grotere productiviteit gewenst is. Minder agressieve modulatie-instellingen zijn ideaal als de richtingsverandering soepeler moet verlopen, zoals bij het stapelen van balen of het gebruik van een palletvork.
Starten in 1e versnelling voor elke schakelgroep zal een negatieve invloed op de productiviteit hebben. Om voor vele toepassingen de schakelinspanning van de bestuurder tot een minimum te beperken kan de bestuurder beginversnellingen programmeren bij gebruik in de twee meergroepsmodi.
In schakelbereik CD kan op het hoekstijldisplay elke versnelling tussen C1 en D1 als beginversnelling geprogrammeerd worden. In schakelbereik BCD kan elke versnelling tussen B1 en D1 als beginversnelling geprogrammeerd worden. Een voorbeeld: een bestuurder stelt B8 in als beginversnelling voor schakelbereik BCD. Dit betekent dat de tractor automatisch begint in versnelling B8 als de bestuurder de BCD-modus selecteert door op de knop voor die schakelgroep te drukken. De bestuurder kan vervolgens natuurlijk schakelen naar elke schakelgroep en elke versnelling tussen B1 en D8, maar het beginpunt is de versnelling die de bestuurder geprogrammeerd heeft. Dat betekent minder schakelen en grotere productiviteit.
Binnen de vaste schakelgroepen (A, B, C) zijn de vooringestelde beginversnellingen A8, B8 en C4. Deze kunnen niet door de bestuurder via het hoekstijldisplay worden gewijzigd.
Ongeveer zoals bij de cruisecontrol in een auto, kan de bestuurder met behulp van de pedaalvergrendeling een constante rijsnelheid instellen. De schakelaar voor pedaalvergrendeling bevindt zich op de gasregeling rechts. Om deze functie te kunnen gebruiken moet het handgas op de stand voor laag gas staan. Gebruik het pedaal om de gewenste rijsnelheid van de tractor te verkrijgen en druk dan op de knop om de pedaalvergrendeling in te schakelen. De tractor behoudt nu de geselecteerde rijsnelheid, ook als u uw voet van het gaspedaal neemt. U kunt de functie uitschakelen door de rempedalen in te drukken of door de linker rijrichtingsbediening op neutraal of parkeren te zetten.
Deze functie is handig bij cyclisch gebruik zoals laadwerkzaamheden waarin de bestuurder de rijsnelheid vooruit wil regelen in verhouding tot de rijsnelheid achteruit.
In de handmatige modus selecteert de tractor automatisch de versnelling die het dichtst bij de door de bestuurder gewenste verhouding ligt. In de automatische modus past de tractor de ingestelde snelheid in de andere richting aan. De verhouding kan op het hoekstijldisplay worden ingesteld tot maximaal 100 procent sneller dan de snelheid vooruit, of maximaal 80 procent langzamer dan de snelheid vooruit. De verhouding wordt ingesteld in stappen van 20 procent (rijsnelheid vooruit x 0,20, 0,40, 0,60, 0,80, 1,00, 1,20, 1,40, 1,60, 1,80, 2,00).
Een andere selectie is de onafhankelijke instelling: in deze modus onthoudt de tractor de laatste instelling van de vooruit- en achteruitversnelling. Nadat de versnelling handmatig wordt gewijzigd in achteruit, keert de versnelling bij het wisselen van rijrichting automatisch terug naar de laatste versnelling. Als de versnelling niet handmatig wordt gewijzigd in achteruit, blijven de vooruitversnelling en achteruitversnelling dezelfde bij het wisselen van de rijrichting.
De maximale rijsnelheid vooruit is 40 km/u (25 mph) en de maximale rijsnelheid achteruit is 30 km/u (18,6 mph).
De Efficiency Manager-functie wordt automatisch ingeschakeld als de schakelhendel in de stand voor de automatische modus wordt gezet. Met de snelheidsversteller boven op de versnellingsselector met één hendel kan de bestuurder de gewenste rijsnelheid instellen, om een vaste snelheid voor vooruit en achteruit te verkrijgen. Met de Efficiency Manager kan de transmissie op- of terugschakelen en het motortoerental aanpassen om de ingestelde wielsnelheid te behouden. Om de gewenste snelheid te bereiken, moet de gasklep zijn ingesteld op maximaal toerental. Hiermee kan Efficiency Manager de transmissie schakelen en het motortoerental aanpassen om de gewenste wielsnelheid te behouden.
Bij bepaalde toepassingen wil een bestuurder misschien de parameters voor schakelpunten en minimaal motortoerental regelen. Dit kan worden gedaan via instellingen op het hoekstijldisplay, via de Eco-modus. De Eco-modus kan in- en uitgeschakeld worden met een schakelaar op de gashendel. Vaak zullen bestuurders de Eco-modus gebruiken bij een lichtere belasting, zoals tijdens transport. Voor zware werkzaamheden op de akker wordt de Eco-modus meestal uitgeschakeld. Het minimale motortoerental kan worden ingesteld tussen 900 en 2100 tpm.
In de Eco-modus kan de bestuurder twee minimale motortoerentallen programmeren: een voor als de Eco-modus is uitgeschakeld: en een voor als de Eco-modus is ingeschakeld. Als de Eco-modus is ingeschakeld, schakelt de transmissie op en neemt de motor gas terug in een poging de rijsnelheid te behouden bij het lagere motortoerental dat de bestuurder heeft geselecteerd. Stel dat de gebruiker een gewenste rijsnelheid instelt van 12 km/u (7.5 mph) en een motortoerental van 1200 tpm, de transmissie en de motor werken dan samen om op te schakelen en gas terug te nemen en zo een versnelling te vinden waarmee de streefwaarde van 1200 tpm kan worden benaderd.
Als de bestuurder de akker bereikt en het motortoerental wil verhogen voor de werkzaamheden, schakelt hij de Eco-modus uit met de Eco-knop op de gashendel; de transmissie schakelt dan terug en er wordt meer gas gegeven. De tractor probeert opnieuw de snelheid te bereiken die is ingesteld via het duimwieltje, en het motortoerental dat op het hoekstijldisplay is ingesteld voor Eco Uit.
Dit is een uitstekende manier om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te houden op een 5R compacttractor.
Via het instelpunt voor de belastingsregeling kan de bestuurder het schakelpunt van de tractor regelen. Het doel van de automatische modus is om te voorkomen dat het motortoerental tot onder dit vooringestelde punt afneemt, door automatisch terug te schakelen. Er wordt een opdracht voor opschakelen gegeven zodat het motortoerental boven het instelpunt voor belastingregeling (de 'droop') komt te liggen, met voldoende reservekoppel. Daarnaast wordt een opdracht voor terugschakelen gegeven als het motortoerental tot onder het instelpunt voor belastingregeling (de 'droop') daalt. Het instelpunt voor de belastingsregeling kan in twee modi worden ingesteld op het hoekstijldisplay: Aftakas aan en Aftakas uit.
De bestuurder kan in het hoekstijldisplay kiezen uit de volgende instellingen:
Bij een hoog instelpunt wordt het schakelen tot een minimum beperkt; bij een laag instelpunt wordt er sneller gereageerd op de belasting.
Een functie voor belastingsanticipatie is standaarduitrusting op alle tractoren met een Command8-transmissie. Het belangrijkste doel daarvan is om de productiviteit te verhogen en een groter comfort voor de bestuurder te bewerkstelligen, en wel door de bestuurder te helpen in situaties waarin een hoge belasting verwacht wordt, door het motortoerental automatisch te verhogen voor een optimaal brandstofrendement tijdens het gebruik van werktuigen. De functie kan worden gebruikt bij activiteiten met een aftakas en activiteiten met de hef, en kan voor beide op het hoekstijldisplay in- of uitgeschakeld worden.
Als de functie via het hoekstijldisplay is ingeschakeld, wordt de belastingsanticipatie in de volgende gevallen geactiveerd:
De functie voor belastingsanticipatie wordt ook geactiveerd bij gebruik van aftakas- of hefinrichtingsfuncties die zijn geprogrammeerd binnen iTEC™ Basic-sequenties.
OPMERKING: Zie de gebruikershandleiding voor complete instructies.
De cabine met panoramadak is ontworpen met het oog op onovertroffen zicht voor de ultieme bedieningservaring, met name bij gebruik van een voorlader. Deze cabine omvat alle onderdelen en functies van de standaard bestuurderscabine, en daarnaast:
De voorruit is nu vervaardigd uit één stuk, wat het zicht vooruit met 7 procent verbetert, zodat werktuigen gemakkelijk kunnen worden aangehaakt en het zwad bij het werken met groenten en andere zwadgewassen gemakkelijker gevolgd kan worden. Het nieuwe panoramadak in de cabine verbetert het zicht omhoog met maar liefst 80 procent, wat het stapelen van balen, het stapelen van pallets en het storten van lading in bakken vereenvoudigt.
Voor groter gebruiksgemak en beter zicht zowel bij zonnig als bij slecht weer is het panoramadak voorzien van diverse accessoires om het werk gedaan te krijgen. Op zonnige dagen kan de bestuurder zich tegen fel zonlicht beschermen met het gemakkelijk te gebruiken zonnescherm in het plafond, en het ingebouwde zonnescherm vóór, dat naar wens omlaag getrokken kan worden.
De cabine wordt standaard geleverd met een aux-poort en een USB-poort voor het aansluiten van elektronische apparaten en een Bluetooth®-microfoon, die de bestuurder voor elke geschikte radio kan gebruiken. Op de onderkant van de in de linkerhoek van de cabine gemonteerde luidspreker is een extra interieurlicht aangebracht.
Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
Het regelen van de snelheid bij laadwerkzaamheden op de 5R-tractor is nu gemakkelijker dan ooit. Of u nu de CommandQuad™ handmatige transmissie, de CommandQuad-transmissie of de Command8™-transmissie kiest: de basisuitvoering van elke 5R-tractor met middelste regelventielen (selectable control valves; SCV's) omvat altijd een schakelsysteem. Deze joysticks zijn op de bestuurdersstoel geïnstalleerd. Omdat alle versies van de 5R standaard met een draaistoel worden geleverd, draait de joystick met de stoel en de bestuurder mee. Dit ontwerp vergroot het comfort van de bestuurder en het arbeidsrendement omdat de bedieningselementen voor de laders altijd binnen handbereik zijn.
Er zijn twee soorten laderjoysticks verkrijgbaar: een mechanische en een elektrohydraulische. De mechanische laderjoystick is op de voet van de stoel aangebracht en kan voor een hydraulisch open-center-systeem of PFC-systeem worden gebruikt. De beweging van de laadarm en het terugkantelen van het werktuig worden vanaf de laderjoystick geregeld via kabels die de middelste SCV's activeren. Als er een derde SCV voor grijperfuncties is, wordt het openen en sluiten van de grijper via elektronische knoppen op de joystick geregeld.
Boven op de laderjoystick zijn knoppen voor het op- en terugschakelen aangebracht. Als u op de knop voor de gewenste schakelfunctie (op- of terugschakelen) drukt, schakelt de tractor één versnelling omhoog of omlaag. Als u de knop ingedrukt houdt, schakelt de tractor sneller door de versnellingen. En bij gebruik van een modus met meerdere schakelgroepen (CD of BCD) wordt er naar de volgende schakelgroep overgeschakeld als u de knop twee keer indrukt. Het lijkt alsof er een kopie van de schakelhendel direct in de laderjoystick ingebouwd is.
De mechanische joystick kan met een draaibeweging eenvoudig geblokkeerd worden als de lader niet wordt gebruikt. Ook de vering van de lader kan met een schakelaar op de joystick in- en uitgeschakeld worden.
De elektrohydraulische joystick werkt in veel opzichten net zoals de mechanische joystick, maar er zijn een paar belangrijke verschillen. Ook deze joystick draait met de stoel mee. Hij is echter gemonteerd op het uiteinde van de armleuning of op de CommandARM™ in plaats van het voetstuk van de stoel. En de SCV's worden niet met kabels bediend: de joystick werkt geheel elektronisch. De blokkering wordt niet mechanisch maar elektronisch geregeld. En deze joystick is alleen beschikbaar voor het hydraulische PFC-systeem. De functies lijken veel op die van de mechanische joystick.
Beide joysticks maken het verrichten van laadwerkzaamheden uitermate comfortabel, ook op lange werkdagen waarop u balen hooien moet verplaatsen, pallets stapelt of algemene laadwerkzaamheden verricht.
Het regelen van de rijrichting bij laadwerkzaamheden op de 5R-tractor is nu gemakkelijker dan ooit. Of u nu de CommandQuad handmatige transmissie, de CommandQuad-transmissie of de Command8-transmissie kiest: de basisuitvoering van elke 5R-tractor met middelste SCV's omvat een ingebouwde rijrichtingsbediening.
De twee beschikbare soorten laderjoysticks (mechanisch of elektrohydraulisch) omvatten in de basisuitvoering de functie voor rijrichtingsbediening.
Op de zijkant van de laderjoystick is een knop aangebracht voor het regelen van de rijrichting. Als u op de knop drukt, verandert de tractor van richting.
Deze rijrichtingsbediening op de joystick maakt het verrichten van laadwerkzaamheden uitermate comfortabel, ook op lange werkdagen waarop u balen hooien moet verplaatsen, pallets stapelt of algemene laadwerkzaamheden verricht. Het comfort is optimaal, en uw linkerhand kan ongeacht de positie altijd op het stuur blijven rusten.
Met de AutoClutch-functie, standaard op alle 5R-tractoren, hoeft de bestuurder niet meer de koppeling te gebruiken om het remmen en weer inschakelen van de tractor te regelen. Er zit nog steeds een koppelingspedaal op de tractor voor bestuurders die er de voorkeur aan geven zelf de koppeling te bedienen. Dit levert onovertroffen gebruiksgemak, met name bij toepassingen die een nauwkeurige bediening en frequent stoppen en starten vereisen.
Met de AutoClutch-functie kan de bestuurder de tractor geheel tot stilstand brengen zonder te koppelen, terwijl de motor niet overbelast raakt. Hij biedt ook de mogelijkheid om zowel op horizontaal terrein als op een helling zeer langzaam met de tractor voor- of achteruit te rijden (te kruipen). De kruipfunctie is belangrijk voor efficiënter aanhaken van werktuigen aan de voor- en achterkant van de tractor. AutoClutch biedt tevens de mogelijkheid om het voertuig weer op normale snelheid te laten komen wanneer het rempedaal wordt losgelaten.
De bestuurder kan de gevoeligheid van het AutoClutch-systeem instellen op het hoekstijldisplay. Er zijn vier modi beschikbaar:
Lage gevoeligheid wordt meestal gebruikt tijdens transport als er een werktuig wordt getrokken. De lage gevoeligheid zorgt dat de tractor en het werktuig uiteen worden getrokken voor een betere tractieregeling.
John Deere gebruikt de efficiëntste en meest kosteneffectieve oplossing voor het tractorpakket en voldoet daarmee aan de uitstooteisen bij elk vermogensniveau. De 5R kan bogen op het zuinigste dieselverbruik in zijn klasse, en hoeft bij een belasting van 75 procent gedurende een werkdag van 8 uur niet bij te tanken. Dat kan nog verbeterd worden door gebruik van de AUTO-modus, werken met stationaire aftakastoepassingen en de bypasstechnologie van de oliekoeler.
De motor die de 5R aandrijft, heeft de certificatie Stage IIIB (iT4). Dit is mogelijk dankzij een combinatie van een dieseloxydatiekatalysator (DOC) en dieselroetfilter (DPF).
De belangrijkste onderdelen van het uitlaatsysteem omvatten:
John Deere heeft gekozen voor gebruik van een DOC om de uitstoot van koolstofmonoxide, koolwaterstoffen en deeltjes te beperken.
De motor is zo geprogrammeerd dat hij direct reageert op veranderingen in de vermogensvraag, die de uitstoot van deeltjes tijdelijk kunnen verhogen. Omdat deeltjes niet door de motor maar door de DOC worden verwijderd, kan de motor zijn taak verrichten: hij levert al het vereiste vermogen en koppel, en de juiste respons in overgangsfasen.
Het DPF bestaat uit poreus keramisch materiaal, dat roet vangt en vasthoudt.
Afhankelijk van de belasting waaronder de tractor werkt en van de omgevingstemperatuur, de luchtvochtigheid en het motortoerental, kan het DPF verzadigd raken met roet en moet het worden gereinigd. Het reinigen van het filter is een automatisch proces dat wordt bepaald door één van drie factoren:
Als aan een van de factoren wordt voldaan, vindt er filterreiniging plaats.
Er zijn drie verschillende filterreinigingsprocessen:
John Deere kon gemakkelijk beslissen om een DPF toe te passen om aan de emissievoorwaarden conform IT4/Stage IIIB te voldoen:
Passieve filterreiniging vindt plaats als de motor genoeg hitte genereert om roetdeeltjes te verbranden. Dit automatische proces vindt onder normale bedrijfsomstandigheden continu plaats:
Als niet aan de voorwaarden (temperatuur, belasting of toerental) voor passieve filterreiniging wordt voldaan, wordt het roet via actieve filterreiniging verwijderd.
Om de vereiste omstandigheden te bereiken, regelt de functie voor uitlaattemperatuurbeheer (exhaust temperature management, ETM) de start en duur van de actieve filterreiniging. Een pictogram op het dashboardpaneel geeft aan dat ETM en de actieve filterreiniging geïnitieerd zijn.
ETM kan verschillende motorparameters aanpassen en/of gedurende een korte periode een kleine hoeveelheid brandstof in de uitlaatstroom injecteren. De brandstof gaat over in dampvorm en reageert chemisch met de katalysator in de DOC om hitte op te wekken voor het oxideren van de roetdeeltjes.
Wij willen benadrukken dat brandstof in DOC en DPF nooit wordt ontstoken; er ontstaat nooit een vlam in de DOC/DPF.
Voor actieve filterreiniging is net als voor passieve filterreiniging geen handeling van de bestuurder nodig en hoeft de tractor niet te worden stilgezet.
In uitzonderlijke gevallen kan een geparkeerde filterreiniging nodig zijn. Doorgaans hoeft geparkeerde filterreiniging alleen te worden uitgevoerd als de automatische filterreiniging in het CommandCenter gedurende lange tijd uitgeschakeld is geweest en meerdere waarschuwingen om filterreiniging weer in te schakelen zijn genegeerd. Ook als het automatische filterreinigingsproces meerdere keren opzettelijk wordt onderbroken of de actieve filterreiniging diverse keren is mislukt door storingen, kan een geparkeerde filterreiniging nodig zijn.
OPMERKING: De automatische reiniging mag alleen worden uitgeschakeld bij een tijdelijke aansluiting op een afvoersysteem met afzuiging in de werkplaats voor diagnose- en reparatiedoeleinden, of wanneer de tractor wordt gebruikt in afgesloten ruimtes waar hoge uitlaattemperaturen ongewenst zijn.
EGR verlaagt de hoge temperaturen in de motorcilinders waarbij deze verbindingen worden gevormd, door overtollige zuurstof te vervangen door een voorgeschreven hoeveelheid gekoelde uitlaatgassen.
Uitlaatgassen bevatten meer kooldioxide dan zuurstof. De EGR-klep, in samenwerking met de venturi en motorregeleenheid (ECU), laat een gecontroleerde hoeveelheid uitlaatgas in het inlaatspruitstuk stromen, dat zich mengt met de aangezogen frisse lucht.
Vervanging van overtollige zuurstof door uitlaatgassen leidt tot:
Bovendien zorgt EGR voor:
Voor extra prestaties en efficiëntie laat de motor de uitlaatgassen door een EGR-koeler stromen voordat ze de motor binnengaan.
Uitlaatgassen stromen de EGR-koeler in vanuit het uitlaatspruitstuk vlakbij de turbolader. Aan de hand van de motorbelasting, de luchttemperaturen en het motortoerental wordt de EGR-klep door de ECU geopend of gesloten, waardoor er een afgemeten percentage aan uitlaatgassen in het inlaatspruitstuk stroomt. De uitlaatgassen vermengen zich met de rest van de inlaatlucht vanaf de turbolader en nakoeler alvorens de cilinders in te stromen.
De PowerTech PWX 4.5L is voorzien van één turbolader — een turbolader met vaste geometrie en wastegate. Verse lucht wordt eerst in de lage-drukturbolader met vaste geometrie en wastegate gevoerd, waar de druk wordt verhoogd. De gecomprimeerde lucht wordt vervolgens naar de inlaatluchtkoeler en vervolgens naar het inlaatspruitstuk gevoerd.
Functies:
Voordelen:
Een beheerste, koelere verbranding, omdat het doorgaans hete, door een zuurstofoverschot gegenereerde verbrandingsproces door de inerte uitlaatgassen wordt gedempt. Er wordt dus minder NOx uitgestoten.
Meer kracht overbrengen op de bodem betekent meer capaciteit, ook onder de moeilijkste omstandigheden. Eenvoudig gezegd is koppel het bruikbare vermogen dat bereikt kan worden. Meer koppel betekent dat u een groter sleepvermogen hebt, waardoor de bestuurder productiever kan werken.
5R Stage IIIB (iT4) motoren hebben een 'power bulge' tot wel 8 procent onder belasting. De 'power bulge'-functie van de elektronisch bestuurde motor zorgt voor extra vermogen als het motortoerental daalt tot onder het nominale toerental. Daarnaast levert een koppeltoename van 36 procent de kracht die het vermogen behoudt wanneer het motortoerental tot onder de nominale waarde daalt.
Als de tractor wordt belast, bieden de 'power bulge' en de koppeltoename extra ondersteuning op moeilijke momenten zodat terugschakelen minder vaak nodig is. Er is een wiskundig verband tussen vermogen en koppel.
![]() |
Als het toerental daalt, is extra koppel de enige manier om het vermogen te behouden of te vergroten. Het uitgangsvermogen is groter dan of gelijk aan het nominale vermogen zolang het motortoerental niet tot meer dan 1750 omw/min afneemt.
De grootste koppeltoename doet zich eveneens voor bij het nominale toerental voor 'economy power take off' (EPTO) voor een betere prestatie bij gebruik van de 540E aftakas.
Wanneer een tractor langer dan 1 minuut stationair draait in de parkeerstand en er zijn geen functies geactiveerd (aftakas, hydraulische systemen, enz.), verlaagt de motor automatisch het motortoerental tot ongeveer 650 tpm.
Voordelen:
Het digitaal hoeklijstdisplay omvat de allernieuwste elektronische instrumenten en past naadloos in de smalle cabinestijl rechts. Dit intuïtieve ontwerp vervangt de instrumentengroep rondom de stuurkolom, en vergroot het zicht vooruit. Het hoeklijstdisplay geeft niet alleen informatie over de machine weer, maar fungeert ook als primaire interface tussen de tractor en de bestuurder bij het aanpassen van de instellingen voor de hef, de transmissie, het hydraulische systeem en de motor.
Op het display weergegeven informatie:
De bediening van het hoekstijldisplay vindt voornamelijk plaats met een knoppenmodule die op de voorkant van de bekleding rechts is aangebracht. Aan de linkerkant zitten een groene aanvinkknop voor selectie van items, een pijlknop naar links die als Vorige-knop fungeert, en een menuknop. Het zwarte wiel in het midden wordt gebruikt om binnen schermen te bewegen of instellingen aan te passen.
Rechts van het scrollwiel zijn sneltoetsen aangebracht voor regelmatig gewijzigde instellingen, zoals voor de trekregeling, de hefhoogte, de hefdaalsnelheid, de motorinstellingen, de transmissie-instellingen en de instellingen voor het hydraulische systeem. Deze knoppen fungeren als sneltoetsen waarmee het aanpassen van veelgebruikte instellingen sneller en gemakkelijker verloopt.
De tractoren van de 5R-serie zijn verkrijgbaar met mechanische cabinevering voor bestuurders die alleen genoegen nemen met superieur comfort en soepel rijden. Deze mechanische cabinevering zorgt ervoor dat de bestuurder minder snel vermoeid raakt, vooral bij lang werken op ruw terrein. Het systeem biedt stabiliteit voor de monitors in de cabine, zodat ze voortdurend in zicht blijven. Deze in de fabriek te installeren optie zorgt niet alleen voor een aangenamere rij-ervaring, maar vermindert ook het lawaai en de trilling die in de cabine worden veroorzaakt door de motor, de transmissie, het chassis en de werktuigen die eventueel worden gebruikt.
De cabine rust op twee rubberen isolators aan de voorkant en twee volledig geïntegreerde schokdempers aan de achterkant, die de trillingen dempen die door het frame komen.
Aantrekkelijke financiering van 0,49% voor 2 jaar op alle nieuwe John Deere Tractoren
Aantrekkelijke financiering van 0,00% voor 1 jaar op gebruikte John Deere tractoren, maaidorsers en hakselaars
Financiering voor nieuwe John Deere tractoren met FarmSight pakket.
Eligible Equipment:
alle nieuwe John Deere tractoren