Effectieve maaihoogte
Het maakt niet uit met welk type kooimaaier of welk oppervlak wordt gemaaid, er zijn twee manieren om de maaihoogte te meten. De eerste meting wordt de bankinstelling van de maaihoogte genoemd. Deze maaihoogte wordt vastgesteld met behulp van een afstelkaliber waarmee de afstand vanaf de onderzijde van de rollen tot de bovenste rand van het ondermes wordt gemeten. Dit dient als eerste richtlijn voor het bepalen van de maaihoogte.
Het is echter mogelijk dat de maaiunit niet exact op deze hoogte maait. Andere factoren zijn ook van toepassing, zoals de zacht- of hardheid van het te maaien oppervlak, viltlaag, grasmatdichtheid, rolvorm en oppervlakte en gewicht, om er enkele te noemen. Het is zeker te verwachten dat als met deze factoren rekening is gehouden, de grasmat op een lagere hoogte wordt gemaaid dan de bankinstelling. De werkelijke maaihoogte wordt de effectieve maaihoogte genoemd.
Hoe wordt de effectieve maaihoogte gemeten? Die kan alleen worden gemeten met een prismakaliber, dat gebruik maakt met een serie spiegels om visueel het horizontale profiel van de grasmat te tonen. Het prisma toont in wezen de grasmat 90 graden naar boven gedraaid, zodat de werkelijke maaihoogte gemakkelijk kan worden bekeken.
Het begrijpen van de effectieve maaihoogte t.o.v. de bankinstelling is cruciaal bij het evalueren van een greenmaaier. Gebruikelijke handgreenmaaiers met vaset maaiunit, zoals de 180SL, 220SL en 260SL, zullen vrijwel altijd op een lagere effectieve hoogte maaien dan de nieuwe handgreenmaaiers met zwevende maaiunit.
Om dezelfde effectieve maaihoogte te verkrijgen, moet de handgreenmaaier met vaste maaiunit bij de bankinstelling op een hogere maaihoogte worden ingesteld. Waarom: Het gehele gewicht van de handgreenmaaier met vast maaiunit rust op de front- en achterrol. Het gewicht op de maaiunit van een handgreenmaaier met zwevende maaiunit komt van de maaiunit zelf, niet van de aandrijfeenheid. In principe is de handgreenmaaier met zwevende maaiunit gelijk aan een eengangs triplex-maaier, voor wat dat betreft.
Is een handgreenmaaier met zwevende maaiunit vriendelijker voor de grasmat? Het antwoord is neen. De gebruikelijk handgreenmaaiers met vast maaiunit blijven in aangrijping met de grasmat en helpen om de opbouw van een viltlaag te minimaliseren een een constante maaihoogte aan te houden. Dit kan tot gevolg hebben dat er op den duur problemen met de viltvorming ontstaan, afhankelijk van andere agronomisch gebruiken. Handgreenmaaiers met zwevende maaiunit hebben de neiging om over de top van de grasmat te bewegen, vanwege het geringe gewicht van de maaiunt dat in aanraking met de grasmat komt. Dit niet-agressieve gedrag kan na verloop van tijd ernstige viltvorming tot gevolg hebben, tenzij andere agronomische gebruiken worden toegepast.
Beide typen maaiers worden beïnvloed door zich wijzigende condities. Bij beiden moet de maaihoogte worden aangepast als de omstandigheden zachter worden. Het verschil is dat de 180SL, 220SL en 260SL altijd op een constante hoogte maaien, door hun gewichtsverdeling en balans, terwijl handgreenmaaiers met zwevende maaiunit dat niet kunnen waarmaken.
Voor maximale contour-volgende eigenschappen op sterk golvend terrein, levert de John Deere 180SL buitengewone prestaties. Met een smal 18 in. frame, vaste grasopvanger en kleine overlap, is de productiviteit van de 180SL vrijwel gelijk aan dat van de 21 in. handgreenmaaiers met zwevende maaiunit.